De verschillende meesters binnen de Liechtenauer-traditie behandelen een resem aan verschillende wapens. Waarbij het langzwaard functioneerde als uitgangspunt naar de andere wapens toe. Als gilde kiezen wij eveneens voor deze typerende holistische benadering. Zo willen wij onze leerlingen opleiden tot generalisten en geen specialisten. Dit houdt in dat wij ons niet focussen op slechts één wapen. Wij streven ernaar dat onze leerlingen inzicht krijgen in de principes van de krijgskunst en zodoende deze kunnen toepassen bij meerdere wapens en zelfs ongewapend.
De disciplines die wij beoefenen ligt in de lijn van de historische schermgilde. Waarbij er aandacht gegeven wordt aan twee- en éénhandige wapens, paalwapens en close combat ( dolk en worstelen).
Zwaard : Het langzwaard dat met de twee handen wordt gehanteerd is het hoofdwapen van onze gilde. Een gemiddeld zwaard weegt rond 1.5 kg en is perfect uitgebalanceerd waardoor het een effectief en snel wapen is. Binnen onze gilde hanteren wij net zoals in de historische gilde een specifiek schoolzwaard, ook wel tegenwoordig "Feder"genoemd. Dit is een bot en vrij flexibel oefenwapen dat reeds sinds de 15de eeuw gehanteerd werd om het vechten met het zwaard te leren. Voor onze lessen baseren we ons op de oude teksten van meesters zoals Sigmund Ringeck, Peter von danzig, Hans Döbringer en Joachim Meyer.
De stijl van schermen die wij beoefenen is die van het Blossfechten.
Rapier: Je kan stellen dat dit een slankere versie van het oorspronkelijke eenhandige zwaard is. Doordat het langer en smaller is het makkelijk met één hand te hanteren en krijgt het steken een belangrijke rol. Het rapier kende vanaf de 16de eeuw een grote populariteit. Naar verloop van tijd werd het wapen steeds meer steekgeoriënteerd. Binnen onze gilde verdiepen wij ons in de vroege stijl van dit wapen zoals beschreven door Joachim Meyer.
Staf: Is een wapen dat vele stijlen kent. Het werd beschouwd als het wapen van de meester. Het beheersen van de staf geeft eveneens inzicht in wapens zoals hellebaard en speer.
Dolk / Ringen : De rondel of schijvendolk is een type dolk dat gehanteerd werd vanaf ongeveer de 14de eeuw. Deze wordt getypeerd door een zeer specifieke spitse vorm. Hierdoor was het mogelijk om doorheen dikke stof, of openingen in een harnas te steken. Het hanteren van de dolk gaat hand in hand met worstelen. Het worstelen vormt een discipline op zich maar staat eveneens in relatie tot alle voorgaande disciplines. Worstelen vormt dus een integraal onderdeel van de Europese Krijgstraditie.